logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Slachtafdeling

Slachtafdeling

Dit onderdeel betreft het proces na het aanhangen van kuikens / pluimvee tot aan de panklaarafdeling.
Belangrijke deelprocessen zijn: verdoven, doden, uitbloeden, broeien, plukken en overhangen op panklaarlijn.
Kenmerk is, dat dit proces bijna volledig is geautomatiseerd. Uitzondering is de werkplek controle doder, die manueel wordt uitgevoerd.
Dagelijks wordt de afdeling na de productie intensief gereinigd en ontsmet.

Risico
De belangrijkste risico’s in deze afdeling zijn:
•  Het snijden aan roterende of statische messen in de doder, bij de doder-controle en bij de automatische overhanger.
•  Het bekneld raken tussen machineonderdelen.
•  Het werken in een omgeving met schadelijk geluid.
•  Warme omstandigheden bij de broeibak.
•  Het gebruik van gevaarlijke reinigings- en ontsmettingsmiddelen bij de schoonmaak.
Soms kunnen onafgedekte goten een risico vormen.
Blootstelling aan biologische agentia als gevolg van inademing van stofdeeltjes en vloeistofdeeltjes, onbeschermd huidcontact met vlees en bloed en onbedoelde opname via de mond.

Eisen
Eisen aan de werkzaamheden in de slachtafdeling:
•  Bij gebruik van snijgereedschappen en overige arbeidsmiddelen wordt er gewerkt volgens de richtlijn machineveiligheid.
•  Indien nabij het schakelbord er geen overzicht is over de gehele lijn wordt de opstart van de slachtlijn in de slachterij voorafgegaan door akoestisch signaal en opstartvertraging.
•  De werkschakelaar van de slachtlijn moet worden vergrendeld als er niet overal vanaf de slachtlijn zicht is op de aan/uitschakelaar en er bij onverwacht in werking treden van de machine/toestel gevaar bestaat voor ernstig lichamelijk letsel. Er is in het bedrijf een procedure opgesteld waarin is geregeld welk persoon een uitgezette werkschakelaar op welk moment weer in de aan-stand kan zetten (Dat wordt een lockout-tagout procedure genoemd en werkt meestal op grond van sleutelbeheer).
•  Het reinigen en ontsmetten van de slachtlijn gebeurt bij stilstaande lijn. Indien ten behoeve van de schoonmaakbaarheid de lijn even moet draaien gebeurt dit op een vast geprogrammeerde lage snelheid; de zgn. “schoonmaakstand”.
•  Het gebruik van reiniging- en ontsmettingsmiddelen gebeurt conform de gebruiksregels, zoals deze op de verpakkingen zijn vermeld.
•  Risico’s van snijden, afklemmen, vallen van machines bv. bij reiniging etc. worden door deugdelijke afschermingen en beveiligingen voorkomen, tenzij dit redelijkerwijs niet kan worden gevergd. Voor verdere eisen betreffende omgaan met machines wordt verwezen naar de Algemene richtlijn machineveiligheid.
•  Volg voor de aanpak van hoge temperatuur en hoge luchtvochtigheid, bijvoorbeeld bij de broeibakken, de richtlijn werken onder warme onstandigheden.
•  Afvoergoten zijn zodanig afgedekt, dat deze nooit een risico kunnen vormen er in te kunnen stappen/vallen.
•  De afscherming van het waterbad van de verdover is zo vorm gegeven, dat het bij normaal gebruik onmogelijk is onbedoeld een elektrische schok te krijgen.
•  Bij werkzaamheden in dezelfde ruimte als de broeibak en/of plukstraat verstrekt de werkgever halfgelaatsmasker (P2) of wegwerpmasker om blootstelling aan biologische agentia via de luchtwegen te voorkomen en geeft instructie hoe deze te gebruiken. Zie ook adembescherming.
•  De werkgever verstrekt handschoenen om huidblootstelling aan biologische agentia te voorkomen.  Zie ook huidbescherming.
•  De mouwen van de werkkleding dienen de armen geheel te bedekken.
•  Bij extreme verontreiniging van de werkkleding en bij onbedekte huid verstrekt de werkgever overmouwen en schorten en geeft instructie hoe deze te gebruiken.
•  Bij kans op besmetting van de ogen met stof- en/of vloeistofdeeltjes: De werkgever verstrekt een beschermbril en geeft instructie deze te gebruiken.
•  De werknemer is verplicht om de verstrekte persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Zie hiervoor verplichtingen werknemers.
•  De werkgever geeft informatie over het gebruik, aanbieden en voorlichting over persoonlijke beschermingsmiddelen
•  Er is een adequaat persoonlijke hygiëne protocol opgesteld, die mede gericht is op de bescherming van de werknemer. 
•    Plaats ondersteunende machines van de broeibakken (pompen, filters, afscheiders, etc.) zo mogelijk in een aparte technische ruimte, die (evenals de afdeling zelf) als ‘gehoorbescherming verplicht’ is gemarkeerd en alleen toegankelijk is voor TD of operator.

NB onderstaande 'wensen' op het gebied van geluid zijn bij een dagdosis van 85 dB(A) of hoger, verplichte ondedelen van de afweging welke maatregelen redelijkerwijs genomen moeten worden om de geluidsbelasting terug te dringen. Bij die afweging wordt de arbeidshygiënische strategie gevolgd. 

Wensen
•  Langdurig staand werken (meer dan twee uur achtereen) of eenzijdige fysieke en mentale belasting wordt voorkomen: roulatieschema's; afwisseling met andersoortige taken.  
•  Positioneer de werkplekken zodanig, dat afscherming d.m.v. geluidswanden mogelijk is.  
•    Onderzoek, zeker bij renovatie of nieuwbouw, de mogelijkheid om het handmatig maken van de halssnede en de eventuele inspecties te laten plaatsvinden in aparte ruimtes. Daardoor zijn de werkplekken wat betreft geluid afgeschermd van de machinale bewerkingen. Ook zijn dan verbeteringen van de verlichting en luchtbehandeling eerder mogelijk;
•    Breng aan plafond en wanden van inspectie-ruimten een geluidsabsorberend materiaal aan (zie ook Geluidsabsorberende muren, plafonds en baffles).