logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Zwangerschap en arbeid

Zwangerschap en arbeid

Risico
Een zwangere medewerkster, haar ongeboren kind en de zuigeling behoeven aanvullende bescherming op het gebied van arbeidsomstandigheden. Beschermende maatregelen zijn nodig om vroeggeboorte, aangeboren afwijkingen en terugslag van borstvoeding te voorkomen. Ook de belastbaarheid van de zwangere vrouw vermindert.

Eisen
Binnen 2 weken na de zwangerschapsmelding heeft de zwangere medewerkster een gesprek met de bedrijfsarts die haar informatie verstrekt over de arbeidsrisico's voor haarzelf en haar ongeboren kind, De bedrijfsarts geeft ook een mondeling en schriftelijk advies over de eventuele benodigde aanpassing in haar werkzaamheden en werkomgeving.
De zwangere medewerkster maakt op grond van dat advies praktische afspraken over haar werkzaamheden tijdens haar zwangerschap met haar leidinggevende. Indien van toepassing worden daar ook afspraken gemaakt over de periode dat ze borstvoeding geeft.
Bij deze gesprekken worden de volgende regels toegepast:
De zwangere medewerkster wordt bij haar werk niet blootgesteld aan:
- Lichaamstrillingen of schokken met een versnelling van meer dan 0,25 m/s².
- Geluidsniveaus boven de 80 dB(A) en piekgeluiden boven 112 Pa.
- Onbehaaglijke klimaatomstandigheden.
- Werktijden die strijdig zijn met de bepalingen uit de arbeidstijdenwet over de periode van zwangerschap en de periode tot 6 maanden na de bevalling.

Op het gebied van fysieke belasting van de zwangere medewerkster geldt het volgende:
- De noodzaak tot bukken, hurken of knielen bij de arbeid voor de zwangere medewerkster zoveel mogelijk wordt voorkomen. In de laatste drie maanden mogen zwangere medewerksters niet worden verplicht dagelijks meer dan eenmaal per uur te hurken, knielen, bukken of staande voetpedalen te bedienen;
- Staand werk dient zoveel mogelijk beperkt te worden, vooral in de laatste drie maanden van de zwangerschap;
- De noodzaak tot handmatig tillen van gewichten bij de arbeid door de zwangere of pas bevallen medewerkster tot drie maanden na de bevalling dient zoveel mogelijk te worden beperkt en, als er toch handmatig gewichten getild worden:
     1. het in één handeling te tillen gewicht gedurende de gehele zwangerschap en de periode tot drie maanden na de bevalling minder dan 10 kilogram bedraagt.
     2. vanaf de twintigste week van de zwangerschap gewichten van meer dan 5 kilogram niet meer dan 10 keer per dag worden getild.
     3. vanaf de dertigste week van de zwangerschap gewichten van meer dan 5 kilogram niet meer dan 5 keer per dag worden getild.

Op het gebied van gevaarlijke stoffen gelden de volgende regels:
De zwangere medewerkster of medewerkster die borstvoeding geeft wordt bij de arbeid niet blootgesteld aan stoffen die de gezondheid van haarzelf en/of hun (ongeboren) kind kunnen schaden. Tot die stoffen worden in elk geval gerekend: de stoffen die via de moeder het ongeboren kind of de zuigeling kunnen bereiken, waaronder alle mutagene, kankerverwekkende en voor de voortplanting giftige stoffen.
De volgende stoffen kunnen schadelijk zijn bij zwangerschap of kinderwens:
(kijk op het etiket van de stof of in het Veiligheidsinformatieblad of één van de volgende H-zinnen voorkomt):
H 340: Kan genetische schade veroorzaken
H 341: Verdacht van het veroorzaken van genetische schade
H 350: Kan kanker veroorzaken
H 351: Verdacht van het veroorzaken van kanker
H 360: Kan de vruchtbaarheid of het ongeboren kind schaden
H 361: Wordt ervan verdacht de vruchtbaarheid of het ongeboren kind te schaden
H 362: Kan schadelijk zijn via borstvoeding

Op oudere etiketten kunnen nog de volgende R-zinnen staan: 
R 40: carcinogene effecten zijn niet uitgesloten (verdacht carcinogeen, cat.3)
R 46: kan erfelijk genetische schade veroorzaken (mutageen) 
R 45: kan kanker veroorzaken (carcinogeen)
R 49 kan kanker veroorzaken bij inademing (carcinogeen)
R 60: kan de vruchtbaarheid schaden (reprotoxisch)
R 61: kan het ongeboren kind schaden (reprotoxisch)
R 62 :mogelijk gevaar voor verminderde vruchtbaarheid (verdacht reprotoxisch)
R 63: mogelijk gevaar voor het ongeboren kind (verdacht reprotoxisch) 
R 64: kan schadelijk zijn via de borstvoeding
R 68: onherstelbare effecten zijn niet uitgesloten (verdacht mutageen, cat.3)

Een aantal infectieziekten kan ten tijde van een zwangerschap extra relevant zijn. Een volledige en actuele lijst is te vinden op KIZA.
Voor de biologische agentia die in de pluimveeverwerkende industrie relevant zijn, zijn er twee die ten tijde van zwangerschap een extra risico kunnen vormen:
1. Tetanus kan met name kort voor en kort na de geboorte en de periode volgend op de geboorte een extra risico vormen. De risico’s van tetanus kunnen echter effectief worden afgedekt middels vaccinatie. Zie ook biologische agentia.
2. Chlamydophila psittaci kan bij een infectie potentieel leiden tot een geboorte voor de uitgerekende datum of een miskraam (vroeggeboorte of abortus) en vormt ook een risico voor de zwangere zelf. Vaccinatie voor dit agens is niet mogelijk. Ten tijde van zwangerschap is het goed volgen van alle maatregelen uit de arbocatalogus essentieel. Individueel advies kan gegeven worden door de bedrijfsarts.

Als er aanpassingen in de werkzaamheden of de werkomstandigheden van de zwangere werkneemster nodig zijn, wordt het zogenaamde RAAK-principe gevolgd:
R: Risico's wegnemen binnen de eigen functie en de eigen werkplek; als dat redelijkerwijs niet kan, volgt de volgende stap.
A: Aanpassing van het werk en / of aanpassing van de werk- en rusttijden; als dat redelijkerwijs niet kan, volgt de volgende stap.
A: Ander werk; Als dat redelijkerwijs niet kan, volgt de volgende stap.
K: Keerpunt in de benadering, namelijk het vrijstellen van het verrichten van arbeid. (Als de medewerkster (deels) arbeidsongeschikt is wegens zwangerschap of bevalling, kan de werkgever voor haar een ziektewetuitkering aanvragen bij het UWV. Klik hier voor meer informatie.

Wensen
- Stel in het bedrijf een algemene aanpak bij zwangerschap en borstvoeding vast. Dit in overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging.
- Besteed hierbij ook aandacht aan de periode dat de vrouw haar zwangerschap nog geheim wil houden.
- Schakel een deskundige in om de werksituatie van zwangere medewerksters te beoordelen.

Zie ook
Handreiking Arbomaatregelen Zwangerschap en arbeid van de Stichting van de arbeid (
www.stvda.nl).