logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Aanpak biologische agentia

Biologische agentia Aanpak biologische agentia

laatste update maart 2024

Risico
Blootstelling aan biologische agentia kan leiden tot gezondheidsklachten variërend van beperkte luchtwegirritatie tot ernstige infecties).

Eisen
Het Arbobesluit maakt onderscheid bij het werken met biologische agentia in drie soorten risicosituaties. In de pluimveeverwerkende industrie is sprake van het zogenaamde ‘niet-gericht werken met biologische agentia’, waarbij wel kans bestaat om te worden blootgesteld aan biologische agentia van categorie 2 of 3. Hierbij gelden de volgende verplichtingen:

  • De blootstelling aan inhaleerbaar stof met (mogelijk) endotoxine wordt bij de aanhangers op een gedegen manier gemeten volgens de NEN norm: NEN-EN 14031 Werkplekatmosfeer – meting van in de lucht aanwezige endotoxine.. Zie verder de richtlijn Aanhangen
  • De blootstelling aan biologische agentia wordt beoordeeld met de RI&E biologische agentia of met een methode met een aantoonbaar vergelijkbare kwaliteit.
  • Deze beoordelingen/metingen maken deel uit van een RI&E biologische agentia die als onderdeel van de algemene RI&E door de werkgever wordt uitgevoerd. (Zie de richtlijn RI&E biologische agentia). De ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging wordt betrokken bij de wijze waarop de RI&E biologische agentia wordt uitgevoerd en bij een bespreking van de resultaten daarvan: de werkzaamheden met biologische agentia, de mogelijke blootstelling en de geplande preventieve en beschermende maatregelen.
  • Op grond van deze nadere inventarisatie en evaluatie dient een plan van aanpak te worden opgesteld met maatregelen om blootstelling aan biologische agentia te beperken. Bij de keuzen van de te nemen maatregelen volgt de werkgever het bio-arbeidshygiënisch principe (Link maken naar tekst die in bijlage 1 van deze tekst staat). Als gevaren aan de bron niet kunnen worden voorkomen moeten deze worden beperkt door bijvoorbeeld technische maatregelen (andere inrichting van de werkplek, productie- of werkmethode) of een andere organisatie van het werk. Als dat niet toereikend is, dan is gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen vereist. (Link maken)Goede hygiënische maatregelen zoals het wassen van de handen kunnen blootstelling via de mond voorkomen. Hiervoor is een richtlijn persoonlijke hygiëne in pluimveeverwerkende industrie. (Link maken)Vaccinatie tegen tetanus. Neem in het bedrijfsplan of calamiteitenplan op dat medewerkers bij de aanvoer, aanhang, pluk en panklaar afdelingen na een snijwond een tetanusinjectie dienen te krijgen. Voor andere afdelingen wordt het advies van een arts gevolgd.
    Preventieve vaccinatie is te overwegen. Regelmatig wordt aan werknemers voorlichting en praktisch onderricht gegeven over de risico’s, de te treffen maatregelen, de te nemen actie bij een ongeval met biologische agentia, de werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen en het persoonlijke hygiëneprotocol. Het bedrijf bepaalt de  inhoud en frequentie van deze voorlichting op grond van de RI&E Biologische agentia.

Zie ook de overige richtlijnen bij het thema biologische agentia
.