logo

Contactinformatie

Vendelier 57D, 3905 PC Veenendaal

Tel: 030 - 6355250
E-mail: info@szpluimvee.nl

 
 

Besloten ruimten

Laatste update 2 maart 2022

Algemeen

Een besloten ruimte is een ruimte die niet ontworpen is voor het verblijf van personen, maar die wel betreden kan worden en waar een gevaar is voor vergiftiging, bedwelming, verstikking, brand of  explosie. In zo’n besloten ruimte is doorgaans sprake van een beperkte ventilatie, bv door een vernauwde toegang. Toch wordt er af en toe gewerkt in besloten ruimten, bijvoorbeeld voor inspecties, reparaties en onderhoud.
In de pluimveeverwerkende sector gaat het vaak om werkzaamheden door de technische dienst in pompputten, plafondruimtes en kruipruimtes. Werkzaamheden in silo’s en tanks vinden doorgaans plaats door medewerkers van externe bedrijven.

Risico

Bij het werken in besloten ruimten kan gezondheidsschade of letsel optreden door: 

  • Vergiftiging, bedwelming en verstikking: door aanwezige gassen, een te laag zuurstofgehalte of door het vrijkomen van gassen bij lassen en branden;
  • Brand- en explosiegevaar door lassen en branden, gebruik van gereedschap en verlichting die niet explosieveilig zijn;
  • Beknelling door bewegende delen in de besloten ruimte zoals roerwerk of transportsysteem;
  • Elektrocutie in geleidende ruimte;
  • Vallen, uitglijden en letsel door vallende voorwerpen.

Eisen

Om veilig te kunnen werken in besloten ruimten dient aan de volgende eisen te zijn voldaan:

Algemeen

  • Ga bij alle werkzaamheden in een besloten ruimte na of het werkelijk nodig is daar te werken. Door bijvoorbeeld voor een andere technologische oplossing te kiezen kan misschien het werken in de besloten ruimte beperkt of zelfs voorkomen worden. Of misschien kunnen werkzaamheden voor een gedeelte buiten de besloten ruimte worden uitgevoerd.
  • Leg de specifieke gevaren vast per besloten ruimte waar gewerkt wordt door middel van een risicobeoordeling, zoals een Taak-Risico-Analyse. Leg ook steeds vast welke maatregelen nodig zijn voor een veilige werkwijze. Bijvoorbeeld waar alleen op basis van een werkvergunning gewerkt mag worden, welke procedures gelden en welke PBM vereist zijn: veiligheidsschoenen, veiligheidshelm, veiligheidsbril, beschermende kleding, handschoenen (afhankelijk van aard risico’s).
  • Werkzaamheden in besloten ruimten waar vergiftiging, bedwelming en verstikking kan voorkomen, of elektrocutie in geleidende ruimte, of waar brand- en explosiegevaar is, komen in de sector beperkt voor. Als een van de bovenstaande risico’s mogelijk is in een besloten ruimte is het zaak om hier een zorgvuldige risicobeoordeling van te maken, inclusief zuurstof- en gasmetingen,  en te werken met een werkvergunning.
  • Bij werkzaamheden in een besloten ruimte waarbij een werkvergunning is vereist wordt een werkvergunningsformulier ingevuld/afgevinkt met de volgende onderdelen:
    • welke metingen met welke apparatuur worden uitgevoerd, hoe, door wie en op welk tijdstip; Op basis van een risicoanalyse van de specifieke omstandigheden moeten vooraf de antwoorden op deze vragen door het bedrijf bepaald worden en waar van toepassing vastgelegd worden in een procedure.
    • welke maatregelen worden getroffen tegen verstikking, bedwelming, vergiftiging, elektrocutie, explosie en brand; 
    • welke valbeveiliging wordt toegepast;
    • welke persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen;
    • dat er manwacht aanwezig is en met welke communicatiemiddelen en andere voorzieningen;
    • hoe bedolven worden en beknelling worden tegengaan;
    • welke overige voorzieningen en maatregelen nodig zijn, bv welke maatregelen er zijn getroffen om een slachtoffer uit de besloten ruimte te kunnen redden.

Een werkvergunning wordt voor één type werkzaamheid/besloten ruimte afgegeven door een deskundige en daartoe door het bedrijf bevoegde leidinggevende. Een vergunning voor meerdere gelijksoortige ruimten is ook mogelijk. De duur van een werkvergunning wordt in de werkvergunning zelf vastgelegd. De betrokken werknemers, en de persoon die opdracht geeft tot de uitvoering, ondertekenen de ingevulde werkvergunning en beschikken ieder over een ondertekend exemplaar.

Na de werkzaamheden wordt werkvergunning verder ingevuld. Zo kan bijvoorbeeld na afmelding van alle personen de ruimte worden vrijgegeven. De werkvergunning wordt gearchiveerd.

Het is van belang om een werkvergunning niet alleen toe te passen bij werkzaamheden in besloten ruimten door eigen personeel maar ook door derden.

  • Zorg dat bij werkzaamheden in een besloten ruimte altijd een goed geïnstrueerde mangatwacht aanwezig is, bij aanvang en gedurende de werkzaamheden. Klik hier voor een voorbeeldinstructie manwacht. 
  • Zorg voor de voldoende, adequate communicatiemiddelen (zoals mobiele telefoon, portofoon). Deze communicatiemiddelen worden voor elk gebruik getest.
  • Als kunstlicht in de besloten ruimte met mogelijk explosiegevaar moet worden toegepast (gezoneerde ruimte), mag alleen gebruik gemaakt worden van explosieveilige verlichting.. Ook is het vereist om een zaklamp mee te nemen, zodat er bij een stroomstoring nog verlichting aanwezig is.
  • Maak voor verlichting en voor werkzaamheden met elektrische apparatuur gebruik van wisselspanning van maximaal 50 volt of gelijkspanning van maximaal 120 volt. Plaats omvormers en veiligheidstrafo’s niet in de besloten ruimte. Bij een tussentijdse stop van werkzaamheden: alle apparatuur uitzetten en/of veiligstellen.
  • Als er in de besloten ruimte mogelijkerwijs gevaarlijke gassen of dampen aanwezig zijn, zoals bijvoorbeeld in een verdovingsput, moet voor het betreden van die ruimte door metingen vastgesteld zijn dat de concentratie geen gezondheidsgevaren met zich meebrengt. Zie ook de onderstaande eisen m.b.t. het afdalen in een verdovingsput.
  • Water dat aanwezig is, bv in de kruipruimte, dient te worden weggepompt. Aandachtspunt is dat water in combinatie met elektriciteit een verhoogd risico geeft. Zorg dat bij mogelijk contact met verontreinigd water e.d. beschermende kleding wordt gedragen: vloeistofdichte kleding, -handschoenen en -laarzen.
  • Instrueer en train de betrokken medewerkers vooraf, zodat zij goed bekend zijn met de risico’s en maatregelen voor werken in besloten ruimten, ook bij noodsituaties. Speciale aandacht is nodig voor de vereiste PBM’s.
  • Leg een procedure vast voor noodsituaties (gebruik brandblusser, alarmeren hulpdiensten, beschikbaar stellen van hulpmiddelen e.d.).  Oefenen deze onderdelen van het noodplan regelmatig.  Zorg zo nodig voor vereiste blusmiddelen, veiligheidsdouche en/of branddeken in de directe omgeving.
  • Markeer elke besloten ruimte met een sticker met deze pictogrammen

  • Plaats bij werkzaamheden in een besloten ruimte een waarschuwingsbord.  Zet de toegang tot een besloten ruimte met val- of struikelgevaar, zoals een kruipluik, ook af met een doelmatige afzetting.
  • Werken in besloten ruimten is uitgesloten voor:

 

Eisen ter voorkoming van beknelling en blootstelling aan stoom en/of vloeistoffen

  • Zorg waar nodig voor een goede ‘lock out - tag out - try-out ’ procedure, voor borging tegen ongewenste herinschakeling van de in de besloten ruimte aanwezige installaties en van de toevoer van energievormen zoals elektriciteit, stoom e.d.
    Daarmee wordt voorkomen dat tijdens werkzaamheden in een besloten ruimte een ander de installatie of toevoer inschakelt.
  • Zorg ervoor dat gevaarlijke, uitstekende delen worden verwijderd of afgeschermd. Ga na of obstakels te verplaatsen zijn of kunnen worden omzeild.

Eisen mbt duur van werkzaamheden en afmetingen van kruipruimten

  • Voor kruipruimten die lager zijn dan 60 cm geldt dat de medewerkers aaneengesloten maximaal 1 uur mogen werken. Voor kruipruimten die hoger zijn geldt een maximale werkduur van 1,5 uur. Daarna is een verblijf van minimaal 15 minuten buiten de kruipruimte verplicht. Er kan ook wisselend met een collega gewerkt worden.
  • Voor nieuwe kruipruimten gelden de volgende afmetingen:
  • De minimale maat van een kruipluik is 62x100 cm
  • De minimale hoogte van een kruipruimte is 80 cm
  • De maximale afstand tot een kruipluik is 18 meter
  • Voor bestaande kruipruimten gelden bovenstaande afmetingen als aanbeveling, zij het dat daar de maximale afstand tot een kruipluik 7,5 meter bedraagt bij een hoogte kleiner dan
    80 cm.

Eisen mbt beperking van valgevaar

Met name als gewerkt moet worden in tanks, bronpompen of waterreservoirs kan er valgevaar optreden.

  • Waar mogelijk wordt valgevaar voorkomen door het van bovenaf betreden van diepe besloten ruimten zo sterk mogelijk terug te dringen, bv ten behoeve van  inspecties:
  • door meetapparatuur buiten de besloten ruimte afleesbaar te maken;
  • door de bediening van eventuele apparatuur ook buiten de besloten ruimte op afstand te kunnen doen;
  • door met goed preventief onderhoud storingen te voorkomen;
  • door het plaatsen van een camera waarvan de beelden buiten de ruimte zijn te zien.

 

  • Een andere optie is het uitbesteden van  besloten ruimten het uit te besteden aan gespecialiseerde bedrijven. Zoals bij het afdalen in tanks. Zorg bij het uitbesteden van werkzaamheden in besloten ruimten vooraf voor heldere afspraken met het externe bedrijf over veiligheidsvoorschriften en -voorzieningen. Zie de richtlijn Veilig werken met derden. Link maken
  • Voor afdalingen in minder diepe besloten ruimten, zoals bronpompen, wordt een losse ladder gebruikt die minstens een meter boven het vloerniveau uitstijgt en zodanig is gepositioneerd dat de onderzijde niet kan wegglijden.  Op grond van een risicoanalyse wordt -waar nodig- wegglijden verder voorkomen met een uitgebogen laddervoet, een laddermat of ladderstoppen.
  • Bij een valgevaar van 2,5 meter of meer is adequate valbeveiliging verplicht. Maar ook bij een valgevaar van minder dan 2,5 meter kan valbeveiliging vereist zijn, gezien de risicoverhogende omstandigheden, zoals uitstekende delen in de besloten ruimte.
  • Laat u goed adviseren over het juiste type harnasgordel dat past bij de werkzaamheden en zorg dat de betrokken werknemers goed geïnstrueerd zijn over het op de juiste manier aantrekken en aanslaan van de gordel.
  • Zorg dat redlijnen en andere hulpmiddelen minimaal eens per jaar worden gekeurd. En vaker indien noodzakelijk. Leg de frequentie van de keuring vast, maak de datum van de eerstvolgende keuring zichtbaar en zorg voor een goede registratie van de keuringsbewijzen.
  • Verder is het zaak om valgevaar van anderen en het vallen van voorwerpen in de besloten ruimte te voorkomen door de aanwezigheid van een mangatwacht, markering en afscherming van het mangat

 

Zie ook 

- Richtlijn Veilig werken met derden
- Richtlijn Alleen werken
- Animatie: Contact met gevaarlijke stoffen in besloten ruimten (RIVM 2021)

 

Bijlage:

 

 

 


 [KL1]Arbowet 3, lid c 

 [KL2]Arbobesluit 1.42