Onder welke voorwaarden kunnen mensen na het bereiken van hun AOW-gerechtigde leeftijd (blijven) werken?

 

Verhoging AOW-leeftijd tot 67 jaar en 3 maanden

Het kabinet heeft in 2012 besloten de AOW-leeftijd in etappes te verhogen om de oudedagsvoorziening ook in de toekomst betaalbaar te houden. In 2018 wordt de AOW-leeftijd 66 jaar. In 2019, 2020 en 2021 komen daar elk jaar vier maanden bij. In 2021 wordt de AOW-leeftijd 67 jaar. Vanaf 2022 is de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Die is voor 2022 vastgesteld op 67 jaar en 3 maanden. En dat blijft ook in 2023 zo.

 

Doorwerken na het bereiken van de AOW-leeftijd

Als een werknemer wil doorwerken na het bereiken van de  AOW-leeftijd, moet er een nieuw arbeidscontract worden afgesloten. De werknemer is bovendien niet meer verzekerd tegen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Wel ontvangt de werknemer een wettelijk ouderdomspensioen (AOW) en een ouderdomspensioen. Ook kan de werknemer recht hebben op een Ziektewet-uitkering.

 

Nieuw arbeidscontract

Is de sectorale cao is geregeld dat de arbeidsovereenkomst ‘van rechtswege’ eindigt bij het bereiken van de AOW-leeftijd. Wil een werknemer blijven doorwerken? Dan moet met de werkgever een nieuw contract worden afgesloten.

De werkgever kan de arbeidsovereenkomst op elk moment opzeggen, zonder preventieve toets van het UWV of de rechter. Er geldt wel het gewone ontslagrecht. Er is echter geen recht op een transitievergoeding.

 

Tijdelijke contracten

Een reeks van opvolgende tijdelijke arbeidsovereenkomsten wordt een keten genoemd. De zogenoemde ketenbepaling is voor tijdelijke contracten voor AOW-gerechtigden van toepassing. De werknemer mag als AOW-gerechtigde op maximaal 6 tijdelijke arbeidsovereenkomsten in maximaal 4 jaar werken. Na meer dan 6 opvolgende tijdelijke contracten of na 4 jaar wordt het tijdelijke contract automatisch een vast contract.

 

Alleen de tijdelijke arbeidsovereenkomsten die zijn aangegaan nadat de AOW-leeftijd is bereikt, tellen mee voor de keten. Ook moeten de periodes tussen de tijdelijke contracten 6 maanden of korter duren. Bij een tussenperiode van meer dan 6 maanden gaat er een nieuwe keten lopen.

 

Minimumloon

Als een werknemer werkt nadat de AOW-leeftijd is bereikt, behoudt hij het recht op het minimumloon. Hiermee wordt oneerlijke concurrentie tussen AOW-gerechtigden en jongere werknemers zoveel mogelijk voorkomen. De werknemer heeft ook recht op de minimumvakantiebijslag.

 

Werken na de AOW-leeftijd en ziekte

Wordt een AOW-gerechtigde werknemer ziek? Dan moet de werkgever het loon maximaal 13 weken doorbetalen. Dit was 2 jaar. Ook kan de werkgever een werknemer tijdens de eerste 13 weken van uw ziekte niet ontslaan.

 

Is er minder dan 13 weken of helemaal geen recht op loondoorbetaling bij ziekte?

Dan heeft de werknemer recht op een Ziektewet-uitkering van maximaal 13 weken. Dit geldt bijvoorbeeld wanneer wordt gewerkt op basis van een uitzendovereenkomst met een uitzendbeding. Of wanneer wordt gewerkt op basis van een tijdelijke arbeidsovereenkomst die eindigt tijdens de loondoorbetalingsperiode van 13 weken.

 

Bij ziekte hebben werkgever en werkgever een aantal verplichtingen om de werknemer weer aan het werk te helpen. Zo moet de werkgever proberen of de werknemer bij ziekte kan re-integreren in het eigen bedrijf. Ook moet hij maatregelen nemen zodat de werknemer zoveel mogelijk zijn eigen of ander passend werk kan doen. De werknemer heeft de verplichting om hieraan mee te werken. De werkgever hoeft geen passend werk meer te zoeken in het bedrijf van een andere werkgever. Hij hoeft ook geen plan van aanpak voor de reïntegratie op te stellen.

 

NB: Bij Koninklijk Besluit zal op nader te bepalen datum de periode van 13 weken worden teruggebracht tot 6 weken.

 

Loonbelasting, premies en ziekengeld na de AOW-leeftijd

De werkgever houdt loonbelasting in als de werknemer na de AOW-leeftijd doorwerkt. De werkgever hoeft geen premies meer te betalen voor de:

• Werkloosheidswet (WW);
• Ziektewet;
• Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO);
• Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA);
• Algemene Ouderdomswet (AOW).

De werknemer is dus niet meer verzekerd tegen werkloosheid of arbeidsongeschiktheid. Hij heeft nog wel recht op een Ziektewetuitkering (ziekengeld), ook al betaalt de werkgever hiervoor geen premie meer. UWV verhaalt de kosten van deze uitkering op de werkgever.

 

Aanpassing arbeidsduur

De werknemer kan vragen om uitbreiding of vermindering van het aantal uren dat hij werkt. De werkgever hoeft niet meer verplicht in te gaan op zo’n verzoek.

 

AOW en pensioen

De werknemer ontvangt vanaf de dag waarop hij de AOW-leeftijd bereikt een uitkering op grond van de AOW. Het inkomen uit werk heeft geen gevolgen voor de AOW. Ook pensioen dat is opgebouwd, wordt niet van de AOW afgetrokken.

Er wordt geen pensioen meer opgebouwd vanaf de 68-jarige leeftijd.

 

Overige rechten

Afgezien van de uitzonderingen die hierboven zijn genoemd, heeft de AOW-gerechtigde werknemer dezelfde rechten als jongere werknemers. Bepalingen in het Burgerlijk Wetboek over bijvoorbeeld arbeidsvoorwaarden, proeftijd of het concurrentiebeding gelden dus ook voor hem.